
Temperatuurklassen en maximale oppervlakte temperatuur
Wanneer een explosieve gas of stof atmosfeer in contact komt met een voorwerp met een temperatuur, die gelijk is aan of hoger dan de ontstekingstemperatuur van de betreffende explosieve atmosfeer, kan ongewenste ontsteking plaatsvinden (bijvoorbeeld bij verwarmingselementen, mechanische aandrijvingen, elektromotoren en lampen).
Bij mengsels van verschillende gassen of stoffen is altijd het gas of stof met de laagste ontstekingstemperatuur de bepalende waarde, tenzij nadere gegevens bekend zijn.
De hoogst voorkomende oppervlaktetemperatuur moet in basis dus te allen tijde lager zijn dan de ontstekingstemperatuur van de explosieve atmosfeer.
Gasexplosieveilig materieel wordt ingedeeld in temperatuurklassen of “T-klassen”. Materieel, dat in een bepaalde temperatuurklasse is ingedeeld, mag dus worden toegepast voor gassen met een ontstekingstemperatuur, die hoger is dan de bij die klasse behorende temperatuur.
Temperatuurklasse | Maximaal toelaatbare oppervlaktetemperatuur van het materieel |
T1 | 450°C |
T2 | 300°C |
T3 | 200°C |
T4 | 135°C |
T5 | 100°C |
T6 | 85°C |
De fabrikant wordt al gedwongen om een veiligheidsmarge in te bouwen; zo geldt er voor T6 tot T3 een veiligheidsmarge van 5°C en voor T2 en T1 van 10°C. In de praktijk betekent dit, dat een T6 gemarkeerd product, nooit een (hot spot) oppervlaktetemperatuur kan hebben hoger dan 80°C.
Bij stofexplosieveilig materieel is de indeling niet in temperatuurklassen, maar overeengekomen door een maximale oppervlakte temperatuur als een absolute waarde in graden Celsius welke verplicht gemarkeerd wordt op het materieel.
Tevens geldt bij stofexplosieveiligheid niet alleen de ontsteektemperatuur maar ook de smeultemperatuur als selectiecriterium. De ontsteektemperatuur is die temperatuur waarbij een opgewervelde stofwolk ontsteekt, de smeultemperatuur is die temperatuur waarbij een 5 mm dikke lage stof op een heet oppervlak begint te smeulen.
Om de maximaal toelaatbare oppervlaktetemperatuur voor stof explosieveilig materieel te bepalen mag Tmax niet hoger zijn dan:
Tmax = smeultemperatuur – 75K èn
Tmax = 2/3 x ontsteektemperatuur
Voorbeeld: bruinkool
Smeultemperatuur = 225°C Tmax = 225 – 75 = 150°C
Ontsteektemperatuur = 380°C Tmax = 2/3 x 380 = 254°C
De laagste uitkomst is bepalend. De max. toelaatbare oppervlaktetemperatuur bij bruinkool is 150°C.
In feite moet de ontwerper van een stofexplosieveilige installatie rekening houden met de vereiste veiligheidsmarges, waar dat bij gasexplosieveilige installaties gedeeltelijk al door de fabrikant is gerealiseerd, door toepassing van de temperatuurklasse.