
Beschermingswijzen tegen ontsteking (BTO’s)
Er zijn vele beschermingswijzen tegen ontsteking mogelijk. De meest toegepaste beschermingswijzen worden hier nader toegelicht. De fabrikant van het materieel bepaalt zelf met welke beschermingswijze de gewenste veiligheidscategorie te bereiken is. De gebruiker baseert de juiste keuze van het materieel op de categorie indeling van het materieel in relatie tot de zone waarin het materieel toegepast wordt. Deze relatie ziet u hieronder in de tabel aangeduid. Het materieel dient dus overeenkomstig de relatie tussen zone (gebruikersrichtlijn ATEX 153) en categorie (productrichtlijn ATEX114) juist gemarkeerd te zijn.
We hebben in de explosieveiligheid niet alleen met Europese richtlijnen te maken maar ook met internationale normen. Op dat hogere internationale niveau kent men geen ATEX categorieën, maar gebruikt men al jaren Equipment Protection Levels (EPL). Op nieuwe producten treft u naast de ATEX categorie ook het EPL op de typeplaat, waarbij de kleine ’a’, ’b’, of ’c’ het beschermingsniveau weergeeft.
ATEX 153 Zone |
ATEX 114 Categorie |
NEN-EN-IEC 60079 serie Equipment Protection Level (EPL) |
---|---|---|
0 | 1G | Ga |
1 | 2G of 1G | Gb of Ga |
2 | 3G, 2G of 1G | Gc, Gb of Ga |
20 | 1D | Da |
21 | 2D of 1D | Db of Da |
22 | 3D, 2D of 1D | Dc, Db of Da |
Algemene eisen (volgens NEN-EN-IEC 60079-0)
Het toepassen van explosieveilig materieel in een explosiegevaarlijke omgeving kan alleen met Ex materieel wat op de juiste wijze gemarkeerd is. Controleer dus te allen tijde de typeplaat van het Ex materieel en controleer of alle gegevens overeenkomen met de eisen die in die zone gesteld worden! Denk hierbij aan: categorie, gas/stof groep en T klasse òf max. oppervlaktetemperatuur. Ook het toelaatbare omgevingstemperatuurbereik moet overeenstemmen met de toepassing.
Zo is het dan feitelijk onmogelijk om Ex materieel zonder temperatuurklasse of max. oppervlakte-temperatuur te installeren want er is dan geen controle mogelijk geweest met de T klasse of max. toegelaten waarde voor de betreffende omgeving. Treft u desondanks toch Ex materieel zonder T klasse of max. oppervlaktetemperatuur dan kunt u er gerust van uitgaan dat u te maken heeft met een ‘component’ gecertificeerd product wat niet zonder meer in bedrijf genomen mag worden in de Ex zone!
Dergelijke materialen zijn, – indien gecertificeerd -, ook herkenbaar aan een certificaatnummer eindigend op een ‘U’.
Treft u een product wat een certificaat of markering heeft wat eindigt op een ‘X’ dan is dit een teken om ook op uw hoede te zijn: er gelden dan namelijk ‘specifieke voorwaarden voor gebruik’. Deze staan te allen tijde in de handleiding van het product en – bij gecertificeerd materieel -, ook in het ATEX certificaat. De installateur en de gebruiker dienen zich te allen tijde aan deze voorwaarden te houden.
Hieronder een overzicht van de meest toegepaste beschermingswijzen tegen ontsteking, klik op de link voor een uitleg :
- Beschermingswijze Ex d – drukvast omhulsel (volgens NEN-EN-IEC 60079-1)
- Beschermingswijze Ex p – pressurization – inwendige overdruk (volgens NEN-EN-IEC 60079-2)
- Beschermingswijze Ex e – erhöhte – verhoogde veiligheid (volgens NEN-EN-IEC 60079-7)
- Beschermingswijze Ex i – intrinsieke veiligheid (volgens NEN-EN-IEC 60079-11)
- Beschermingswijze Ex o – vloeistofvulling (volgens NEN-EN-IEC 60079-6)
- Beschermingswijze Ex q – quartz of zandvulling (volgens NEN-EN-IEC 60079-5)
- Beschermingswijze Ex m – moulded – ingieten met gietmassa (volgens NEN-EN-IEC 60079-18)
- Beschermingswijze Ex n – niet-ontstekend (volgens NEN-EN-IEC 60079-15)
- Beschermingswijze Ex op – optical radiation (volgens NEN-EN-IEC 60079-28)
- Beschermingswijze Ex t – tight – ofwel beveiliging door behuizing (volgens NEN-EN-IEC 60079-31)
Zie ook:
- Zone indeling
- Materieelgroepen en Groepen voor gas en stof
- Temperatuurklassen en maximale oppervlaktetemperatuur
- Beschermingswijzen tegen ontsteking
- Markeringen